Kleding

Wie wel eens in buitensportzaken komt, zal zien dat er een grote keus is aan buitensportkleding. Vaak is deze kleding gemaakt van exotische materialen, met even exotische prijzen. De vraag is: zijn deze materialen nut of noodzaak? Op deze pagina krijgt een objectief beeld van wat een waardevolle investering is in een fijne vakantie en wat zinloze uitgaven zijn, die juist een gat slaan in het vakantiebudget.

Wat neem ik mee?

Zeker bij meerdaagse tochten is het antwoord in eerste aanleg heel simpel: zo min mogelijk. Je moet het immers allemaal meedragen. Toch moet men op alle (weer)situaties voorbereid zijn. Om in zowel als in koude situaties goed te kunnen kleden is het essentieel dat de kleding in laagjes gedragen kan worden. Een T-shirt met een dun truitje erover is waardevoller dan een dikkere trui meenemen. Door de lagen (lees kleding) slim te kiezen kan men met weinig spullen onder alle omstandigheden uit de voeten.

Het meest gangbaar is het drie lagen systeem. Dit concept heeft zich inmiddels bewezen als een goede methode om warm te blijven als het koud is, koel te blijven als het warm is en droog te blijven als het nat is. Het aanhouden van het laagjes systeem is belangrijker dan de keuze voor dure high tech materialen, als moet gezegd worden dat die materialen het (bergsport)leven wel flink kunnen veraangenamen.

Laag 1: Onderlaag (vochtafvoer)

De onderlaag vervuld een belangrijke functie. Het transpiratievocht wordt hier afgevoerd van de huid en doorgegeven aan de tussenlaag. Dit is noodzakelijk om droog en daarmee warm te blijven. Het materiaal van deze laag mag dus geen vocht opnemen. Katoen is echt uit den boze. Daarnaast is het belangrijk dat de kleding goed aan de huid aansluit. Zo wordt het transpiratievocht direct 'opgezogen' en weggevoerd naar de volgende laag. Bekende merken voor onderkleding zijn o.a. Kraft, Odlo en Icebreaker (wol).

Laag 2: Tussenlaag (vochtdoorvoer, warmte isolatie)

De tussenlaag moet het transpiratievocht ongehinderd doorgeven naar de buitenlucht (of als de derde laag gedragen wordt) aan de buitenlaag. De tussenlaag zorgt tevens voor de isolatie en houdt de warmte vast. Vaak wordt gekozen voor fleece stoffen. Fleece is licht, zeer isolerend en laat bovendien het vocht zeer goed door, zonder het op te zuigen. Katoen is ook hier absoluut onbruikbaar. Katoen zuigt vocht op, waardoor het zwaar wordt en vervolgens ook nog eens moeizaam droogt. Bovendien kost het veel lichaamswarmte om het katoen te drogen, waardoor u het koud krijgt. Fleece truien of jasjes zijn er in vele soorten (en prijzen). Het meest gangbaar zijn truitjes en jasjes. Het voordeel van een jasje is dat deze open kan op warme dagen of in de hut, voor extra verkoeling. De prijzen voor fleece kleding lopen flink uiteen. In het algemeen kan gezegd worden dat duurder beter is, maar vaak zijn de wat goedkopere uitstekend bruikbaar! Begin dan ook met een goedkope is mijn advies. Er bestaan ook zogenaamde Soft-shells of 'windstoppers'. Dit zijn fleecejassen, met een ingebouwde windremmende laag (membraam). Vaak zijn deze jassen ook beperkt regendicht. Zie ook het thema "Waarom (g)een Windstopper?". Bekende (duurdere) merken zijn o.a. Patagonia, Mammut en The North Face, maar onbekende merken zijn vaak een prima alternatief.

Laag 3: Buitenlaag (bescherming tegen weer en wind)

De buitenlaag bestaat uit een goede waterdichte maar wel ademende jas. Deze laag biedt bescherming bij regen, sneeuw, kou en harde wind. Als de jas wel waterdicht is, maar niet ademt, wordt u alsnog nat van het transpiratievocht omdat dit niet weg kan. Het is daarom belangrijk een jas te kopen die goed ademt. Helaas zijn dit vaak de duurdere jassen van de bekende merken. Het goede nieuws is dat deze vaak in de aanbieding zijn aan het einde van het seizoen. Kortingen die oplopen tot 50% maken deze jassen dan weer betaalbaar!

U heeft de keuze uit dunne, lichte of juist wat dikkere jassen. Het voordeel van de dunne jassen met 1 membraanlaag is het gewicht en het volume. Het voordeel van de wat dikkere jassen is dat deze duurzamer zijn (slijten veel minder door het dragen van een rugzak) en door de 2 of 3 membraanlagen betere bescherming bieden tegen regen. Jassen van de laatste categorie kunnen ook op de wintersport gedragen worden! Dit soort jassen is meestal niet of nauwelijks geïsoleerd. Dat is ook niet nodig omdat de tweede laag al voor voldoende warmte zorgt. Alleen in de winter en/of op extreme hoogtes gaat dit niet op en moet men soms zelfs kiezen voor donsjacks. Bekende (duurdere) merken zijn o.a. Patagonia, Mammut en The North Face. Let hierbij op de aanwezigheid van een goede waterdicht en ademend membraan zoals b.v. Hy-vent 3L, Gore-tex XCR of Pro shell (drielaags) of Gore-tex Paclite (voor dunne jassen).

Waarom (g)een Windstopper?

Onder de buitensporters zijn ruwweg twee varianten voor laag 2 en 3 in zwang:
- een soft-shell als 2e laag, met een zeer dunne Gore-tex jas voor als het regent òf
- een fleece trui/jas met een twee- of drielaags Gore-tex jas als derde laag.

Het is niet te zeggen welk concept beter is. Het is een kwestie van gevoel en persoonlijke voorkeur. Wel kan gezegd worden dat een soft-shell uitstekend functioneert op wat koelere dagen of bij wind. Een fleece trui biedt namelijk geen bescherming tegen de wind, waardoor u het koud kunt krijgen en gedwongen wordt om de jas aan te trekken. Op warme dagen is het wel juist fijn om alleen een fleece trui te dragen die goed vocht doorlaat en de wind voor verkoeling laat zorgen. Een soft-shell is dan vaak erg warm. Bij zeer slecht weer biedt een combinatie van fleece trui en een dikkere jas de optimale bescherming tegen de elementen. In dit geval functioneert een soft-shell met een jas erover niet optimaal omdat u dan twee lagen met een waterdicht membraan draagt, waardoor de transpiratie niet zo goed weg kan.